Verkoopprijs, inkoopprijs en winstmarge, hoe verhouden deze drie zich tot elkaar?
Als twee van de drie bekend zijn is de derde hieruit te berekenen. Dit zijn geen moeilijke berekeningen, maar voor het gemak hebben we ze toch toegevoegd aan onze site:
- berekenen van de verkoopprijs uit de inkoopprijs en winstmarge;
- berekenen van de inkoopprijs uit de verkoopprijs en winstmarge;
- berekenen van de winstmarge uit de inkoopprijs en verkoopprijs.
Allemaal te gebruiken voor berekeningen inclusief en exclusief BTW, of gemengd, bijvoorbeeld van een inkoopprijs exclusief BTW naar een verkoopprijs inclusief BTW.
Winstmarge
Het begrip winstmarge verdient enige uitleg. Een winstmarge (percentage) kan worden berekend t.o.v. de inkoopprijs en t.o.v. de verkoopprijs.
In onze berekeningen rekenen we met de winstmarge t.o.v. de verkoopprijs.
Wij vinden dat de duidelijkste (en veiligste) van de twee, vooral omdat kortingen ook altijd worden gegeven op de verkoopprijs. Door beide op basis van de verkoopprijs te doen kunt u makkelijk uit het hoofd berekenen wat er aan winstmarge overblijft als u korting geeft. Is uw winstmarge bijvoorbeeld 30% en geeft u bij een grote deal 25% korting, dan maakt u nog winst. (30% – 25% = 5% winst t.o.v. de oorsprinkelijke verkoopprijs.)
Zou u een winstmarge van 30% t.o.v. de inkoopprijs hanteren en 25% korting geven. Dan heeft u een probleem: u maakt verlies.
U koopt bijvoorbeeld in voor € 1.000, uw verkoopprijs is in dit geval € 1.000 + 30% = € 1.300. Geeft u daar 25% korting op, dan wordt de verkoopprijs: € 1.300 – 25% (€ 325) = € 975. Verlies dus, ondanks dat 30% – 25% winst doet vermoeden.
Om fouten als deze bij u en uw medewerkers te voorkomen is het daarom duidelijker en veiliger om de winstmarge ook te berekenen t.o.v. de verkoopprijs.
Als dit voor u allemaal vrij logisch lijkt, een kleine anekdote.
Voor onze vakantie naar Afrika gingen mijn vrouw en ik een verrekijker kopen (bij een niet nader te noemen winkel). Omdat er een speciale ‘verrekijker demonstratie dag’ was, kregen we 10% korting. Al pratende besloten we niet één goede maar twee iets minder goede verrekijkers te kopen voor hetzelfde budget, zodat we beide tegelijk konden ‘verkijken’.
Dat was slim zei de verkoper, want dan kregen we twee keer 10%, oftewel 20% korting!
Toen ik daarop enthousiast reageerde met: ‘doe er dan maar 10, dan krijg ik 10 x 10% = 100% korting’, werd de verkoper stil en kon ik het horen kraken.
Berekeningen als deze zijn dus niet voor iedereen altijd even makkelijk.
Formules
Het berekenen van één van de drie uit de andere twee kan (vrij eenvoudig) met de volgende formules:
Verkoopprijs berekenen
- Verkoopprijs = inkoopprijs / (1 – winstmarge)
Voorbeeld: 500,00 / (1 – 30%) = 500,00 / 0,70 = € 714,29 (NB: 1 – 30% = 1 – 0,30 = 0,70)
Inkoopprijs berekenen
- Inkoopprijs = verkoopprijs * (1 – winstmarge)
Voorbeeld: 800,00 * (1 – 30%) = 800,00 * 0,70 = € 560,00
Winstmarge berekenen
- Winstmarge = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs
Voorbeeld: (400,00 – 300,00) / 400,00 = 25%
BTW
Het maakt niet uit of de berekeningen worden uitgevoerd inclusief of exclusief BTW. De BTW is immers een percentage over de bedragen. Wel moet u uiteraard beide bedragen inclusief of exclusief nemen.
Voor de beginnende ondernemer hebben we ook het berekenen van de BTW online staan. De formules hiervoor zijn:
- Inclusief BTW = exclusief BTW * (1 + BTW-tarief)
Voorbeeld: 100,00 * (1 + 21%) = 100,00 * 1,21 = € 121,00
- Exclusief BTW = inclusief BTW / (1 + BTW-tarief)
Voorbeeld: 95,00 / (1 + 21%) = 95,00 / 1,21 = € 78.51
Nu je de marges van je bedrijf weet kun je starten met adverteren om omzet te maken met de verkoop van je product. Laten we starten met Facebook Ads.